Kataragama

Tempel van Skanda

Het dorp Kataragama aan de rand van het Yala National Park (20 km ten noorden van Tissamaharama) is voor de hindoes 'de heiligste van alle heilige plaatsen van Sri Lanka', omdat hier de tempel van Skanda staat
Vooral op speciale feestdagen komen er duizenden gelovigen uit heel Sri Lanka hier naar toe. De 2de eeuwse Kirevehara-dagoba staat op de plek waar Boeddha tijdens zijn derde bezoek aan Sri Lanka gemediteerd zou hebben. De heilige rivier Menik Ganga loopt langs het grote tempelterrein.

Poya-dagen

Vooral op speciale feestdagen, zoals de poya-dagen, komen er duizenden gelovigen van het gehele eiland met bussen, vrachtwagens en tractoren naar Kataragama. Bij binnenkomst op het grote tempelterrein ziet u aan de linkerkant de heilige rivier Menik Ganga. Veel gelovigen waden er doorheen of baden erin.

Voor de ingang van de in 1987 gerestaureerde tempel kunnen gelovigen offergaven kopen in de vorm van witte, roze en rode bloemenslingers. Sommigen brengen een opgemaakt bakje fruit en bloemen mee. Het geofferde voedsel deelt men uit aan de armen.

legende van Skanda”;

De reuzen kwamen in de vroegste tijden in opstand tegen de goden, overwonnen hen en hielden hen voorlopig onder de duim. Na een voor de goden beschamende tijd verscheen Skanda, de 'aanvoerder van dertig miljoen goden'. In een bloedige strijd met de reuzen in de buurt van Kataragama doodde hij hun aanvoerder met de lans die hij van zijn moeder als geschenk had gekregen.

Vanwege deze gebeurtenis wordt Skanda ook wel god van de oorlog genoemd. Oorlogzuchtig was hij echter niet; onder de naam Murugan wordt hij afgebeeld als een glimlachende knappe jongeling. Na zijn triomf op de reuzen ontmoette Skanda een jong, knap Vedda-meisje, Valli geheten, op wie hij verliefd werd.
Jaarlijks worden er tien achterenvolgende nachten lang tijdens een feest plechtigheden gehouden ter herinnering aan de ontmoeting van Skanda en Valli. In een nachtelijke processie wordt Skanda naar Valli gebracht; een priester in vol ornaat haalt de 'vel' uit de tempel van Skanda en plaatst die op de rug van een opgetuigde olifant. De vel is verborgen onder een witte doek omdat niemand hem mag zien.

De stoet trekt naar de tempel van Valli, waar de priester de vel neerlegt achter een gordijn. Na een verblijf van ongeveer een kwartier brengt de priester de lans weer naar buiten en in processie gaat men weer terug naar de tempel van Skanda. Dat gaat zo tien nachten achtereen door. In de tiende nacht (bij volle maan) blijft de vel de hele nacht in de tempel van Valli; dat is de bruiloftsnacht.

Voor de ingang van het tempelterrein kunnen gelovigen offergaven kopen in de vorm van witte, roze, en rode bloemenslingers. Maar ook opgemaakte bakjes fruit en lotusbloemen. Vooral op speciale feestdagen, zoals de poya-dagen en tijdens het jaarlijkse feest van Skanda bij volle maan in juli en/of augustus, komen er duizenden gelovigen van het hele eiland met bussen, vrachtwagens en tractoren naar Kataragama om de hindoegod, de zoon van de God Shiva en de godin Parvati te vereren.

Bij binnenkomst op het grote tempelterrein zie ik aan de linkerkant de heilige rivier Menik Ganga waar gelovigen doorheen waden en zich baden. Onderweg naar de hoofdingang van het tempelcomplex lopen we langs tientallen stalletjes waar bloemen en fruit worden aangeboden om te offeren. We ontwijken om voedsel bedelende aapjes, slapende zwerfhonden en de heilige koeien en koeienvlaaien.

De zon begint al onder te gaan en de honderden diva's die door gelovigen worden aangestoken geven deze avond iets sprookjesachtigs. Deze kleine lampjes zijn gemaakt van klei, waarin de lichtjes aangemaakt worden met als brandstof geklaarde boter. Tijdens het maken en aansteken van de Diva zingt men vaak een manta zoals bijvoorbeeld de Gayatry-mantra.

Hindoes richten zich tijdens Divali tot de goddelijke vorm Laksmi. Een soort oermoeder die beschermt, liefheeft, materieel en immaterieel geluk geeft. Maar Divali is vooral het feest van het licht. Het licht van de diva's verwijst naar het innerlijke licht in ons.

Het grote complex heeft aan weerszijden van de ingang afbeeldingen van olifanten en pauwen. Nadat we hier onze schoenen achterlaten en verder lopen zien we iets verderop de Maha Devalla, de eenvoudige tempel van Skanda, omringd door kleinere tempels, gewijd aan Ganesh, Vishnu, Kali en Pattini.
Binnen in de Maha Devalla is een kleine ruimte waar alleen de priesters toegang hebben tot de vel (lans) van Skanda, die een grote rol speelt bij plechtigheden.
Op twee plaatsen op de binnenhof voor de tempelgebouwen staan zwarte, vierkante hekjes. Sommigen gelovigen slaan hier brandende kokosnoten in stukken. Thila vertel ons dat gelovigen Skanda om een gunst vragen of vragen een wens in vervulling te laten gaan. Als dit ook inderdaad gebeurd is worden de brandende kokosnoten hier kapot geslagen om het ritueel voor de betreffende wens of gunst af te ronden en te beëindigen.


Niet ver naast de Hindoe-tempels bevindt zich een grote, witte stupa waar groepjes mensen zitten te bidden en waar in het wit geklede vrouwen rechtsom rondom de stupa lopen en gebeden reciteren. Ook hier komen we in gebed zijnde monniken tegen en mede door dit tijdstip van de dag, waarop het licht op zijn mooist is, en iedereen en alles rust uitstraalt voelt het hier zo mooi en vredig. Tot het moment dat er door de luidspeakers de oproep tot het moslimgebed klinkt.... Grappige genoeg slaat één van de straathonden, die tot dat moment nog rustig lag te slapen, abrupt zijn voorpoten om zijn oren.

Maha Devalaya

Iets verder op het tempelterrein staat de Maha Devalaya, de eenvoudige tempel van Skanda, omringd door kleinere tempels, gewijd aan Ganesh, Vishnu, Kali (Parvati) en Pattini. Binnen in de Maha Devalla is een kleine ruimte waar alleen de priesters toegang hebben tot de vel (lans) van Skanda, die een grote rol speelt bij de plechtigheden. Op twee plaatsen op de binnenhof voor de tempelgebouwen staan zwarte, vierkante hekjes. Sommige gelovigen slaan hier een liggende kokosnoot in stukken. Rondom een bo-boom liggen in het wit geklede vrouwen te bidden. Het grote hek rond het complex heeft aan weerskanten van de ingang afbeeldingen van olifanten en pauwen. Bij het hek laat men zijn schoenen achter.

Museum Katagarama

In een vroeger pelgrimshuis dicht bij de Maha Devalaya is een klein museum ondergebracht. In de eerste hal ziet u grote stenen hoofden van Boeddha. Rondom een langwerpige vijver in de binnenhof zijn kleine zalen gegroepeerd, waar vroeger de gelovigen sliepen. Destijds kregen pelgrims, gezeten rond de vijver, een gratis maaltijd. Nu zijn er veel voorwerpen, zoals beeldjes, tentoongesteld.

Pilgrim Rests

In de heilige plaatsen op Sri Lanka zijn nog veel zogenaamde Pilgrims Rests, waar gelovigen die religieuze feesten bijwonen, onderdak en voedsel krijgen. Ook bij de grote, witte Kirivehara-dagoba verderop staat zo'n Pilgrims Rest.

Kire-Vehara-dagoba

Boeddhisten en islamieten hebben op het tempelterrein hun eigen heiligdommen. De boeddhisten benutten de grote, 2de-eeuwse Kire-Vehara-dagoba, die staat op de plek waar Boeddha tijdens zijn derde bezoek aan Sri Lanka gemediteerd zou hebben. Overigens zijn de priesters die het complex beheren eveneens boeddhisten, ook al is dit het heiligste plekje voor de hindoeïstische Tamils.

Heilige berg Vedasiti Kanda

Elke morgen beklimmen de pelgrims de heilige berg Vedasiti Kanda. Bedelaars worden op vrachtwagens naar Kataragama gebracht; daarvoor betalen ze de chauffeur de helft van de aalmoezen die ze ontvangen als vervoerskosten.

Vuurlopers

Op de voorlaatste dag van het feest wordt 's morgens een tapijt van houtskoolvuur gemaakt van twee bij vier meter. Het vuur verspreidt zo'n hitte dat het gevaarlijk is om op minder dan twee meter afstand te komen. De vuurlopers bereiden zich voor door het nemen van een zuiveringsbad en door een gebed in de tempel van Skanda. Als er ongelukken bij gebeuren, zijn de vuurlopers niet volmaakt zuiver geweest. Maar gewoonlijk worden er geen brandwonden geconstateerd. Dat is voor de meeste westerlingen een wonderbaarlijk verschijnsel.

terug inhoud